Jaargang 120 (2020) – Aflevering 3

Artikelen

Jan Van Acker

Een havik als leenverplichting

257-264

Overzicht van feodale verplichtingen in verband met roofvogels (haviken en vooral valken) in de laatmiddeleeuwse Westhoek. Vooral vermeldingen van het leenhof van Broekburg zijn bekend, en de data van de verplichtingen corresponderen goed met de jachtpraktijk waarbij deze vogels gebruikt werden.

Luc Devliegher

Schuren aan de Vlaamse kust (1)

265-296

Op boerderijen zijn de schuren de belangrijkste en meest monumentale bedrijfsgebouwen. Sommige werden opgetrokken in de middeleeuwen en bleven eeuwenlang – mits de nodige aanpassingswerken – in gebruik. De auteur beschrijft technisch, typologisch en bouwhistorisch deze oude bouwwerken uit de kustregio. In dit eerste artikel behandelt hij ’t Goed ten Poldere in Nieuwpoort, een hoeve van de Sint-Vaastabdij in Synthe (bij Duinkerke) en Ter Doest in Lissewege.

Albert Derolez

Een verkeerde toeschrijving: over het auteurschap van Alanus’ Latijnse verwijtbrieven (vijftiende eeuw)

297-303

Twee ‘verwijtbrieven’ uit een bundel van Jan van den Veren (onder meer cantor te Oudenburg) uit het begin van de 15de eeuw werden toegeschreven aan de Brugse kapelaan Alanus de Groote. Een uitgave van de werken van de Franse schrijver Alain Chartier († 1430) maakt evenwel duidelijk dat hij de auteur is van deze teksten, die door diverse anderen overgenomen werden.

Johan Duyck

De Meenense gilde: koffieclub van de Meenense theologanten van het bisschoppelijk seminarie van Brugge

304-311

Seminaristen uit dezelfde streek groepeerden zich in koffieclubs. De oudste en grootste club was de Meenense Gilde, die tot omstreeks 1960 bestond. In de bewaarde verslagboeken (1889-1953) vond de auteur de neerslag van de ludieke clubactiviteiten en de verschillende vieringen.

Peter De Baets

Een portretschilderij van Pieter Pourbus uit 1571

312-316

Een augustijn geportretteerd op een werk van Pourbus uit 1571 wordt geïdentificeerd als Jacobus Van de Velde, die in 1564 prior van het Brugse klooster was en in 1571 provinciaal en doctor theologie. Hij is bekend als heftig predikant en publiceerde diverse boekjes over de religieuze topics van zijn tijd.

Erik Muls

Het corporatiestuk De zitting van de Brugse Kamer van Koophandel over het kanaal Brugge-Oostende (ca. 1730) (1)

317-342

Na een inleiding waarin de auteur de problemen bespreekt waarmee de Brugse Kamer van Koophandel in de 17de en begin 18de eeuw te kampen had, heeft hij het in de eerste deel over de grondige uitdieping van het kanaal Brugge-Oostende tussen 1724 en 1728.

Frans Debrabandere

Mooi, schoon, fraai en snel in het West-Vlaams

343-347

Marc Carlier

Een literaire biografie over Paul de Wispelaere

348-353

Bespreking van het werk Paul de Wispelaere: bruggenbouwer van Andreas Van Rompaey.

Karel De Clerck

Brugge kende ooit een Régime wallon

354-360

De onderwijswet Franck-Segers van 1910 verplichtte het gebruik van het Nederlands in het Vlaamse onderwijs. Artikel 7 liet evenwel nog afzonderlijke afdelingen voor Franstaligen toe, wat ook in het Brugse atheneum het geval was. Dit Régime Wallon werd na de herziening van die onderwijswet in 1932 afgebouwd en was uitdovend voor wie al in de Franstalige afdeling gestart was.

Marc Cappelle & Ludo Vandamme

West-Vlaamse cichoreiwerkers in Engeland

361-367

Om de invoerheffingen op cichorei te vermijden emigreerde Charles De Cock (1894-1946) vanuit Roeselare naar Engeland. Hij richtte er cichoreifabrieken op in 1930 in St Ives (Cambridgeshire) en rond 1935 in Lakenheath (graafschap Suffolk). Het waren West-Vlaamse seizoenarbeiders die van oktober tot april in de ast kwamen werken.

Mengelmaren

Een nieuwe casacke voor de bosbewaarder van Ten Duinen, 1778 (Jan Van Acker) 368. – Strafbedevaart te Sente Pieters te Meorke (Peter De Baets) 368-369. – Lijken van straatrovers in Zedelgem tentoongesteld (1619) (Koenraad Vandenbussche) 372. – Archeologie en middeleeuwse geschiedenis in Assebroek (LV) 373. – Martha Howell over middeleeuws Ieper (Paul Trio) 374-376. – Verboden boeken in Keiem (2) (Noël Geirnaert) 377. – Koekelaarse priester zorgt voor zijn bastaardkinderen (10 maart 1467) (Koenraad Vandenbussche) 378-379. – Polyfonisten: stad en platteland (Ludo Vandamme) 379-380.

Beantwoorde vragen

Een havik als leenverplichting (Jan Van Acker) 257-264. – De aardbevingen van 1755 en 1756 (L.V.A.). – West-Vlaamse cichoreiwerkers in Engeland (Marc Cappelle en Ludo Vandamme) 361-367. – De Brugse uitdrukking ‘k wit zoender (Frans De Brabandere, Karel Platteau) 369. – Poeke in het bisdom Brugge (Ronny Debbaut, Pieter Donche) 370. – Santa Catarina in Brazilië (B.) 371.

Boekbesprekingen

Andreas Van Rompaey, Paul de Wispelaere: bruggenbouwer (Marc Carlier) 348-353. – Wilfried Kimpe en Ann Lambert (ed.), Op weg naar Brugge: archeologie in Assebroek (LV) 373. – Martha Howell, ‘Credit Networks and Political Actors in Thirteenth-century Ypres’ in: Past en Present, 242 (februari 2019), 3-36. (Paul Trio) 374-376. – Paul Van Nevel en Luk Van Eeckhout, Het landschap van de polyfonisten (Ludo Vandamme) 379-380. – Tom Nuyttens (ed.), Handelingen Koninklijke Geschiedkundige Kring van Kortrijk, n.r., 83 (2028) (Ludo Vandamme) 379-380.

Kleine verscheidenheden uit Vlaamse bronnen

Buiding. – Fatouw. – Frenellewercker. – Hapsaerd. – Liefmeester. (Peter De Baets en Jan Van Acker), 381-382

Vraagwinkel

Graefgroen schepenen. – WK voor wielrensters in Oostende. – Nieuwkerke en Jean le Sauvage. – Handschrift Carolus Nollet. – Grafzerken in Hoeke. – De Codex Manesse in Vlaamse handen. – Klooster van Pittem in Gistel. – Een register uit Leffinge. – Het kaamverzet in Waarmaarde. – Pierre Morel (1773-1856), 383-384