Jaargang 125 (2025) – Aflevering 1

Artikelen

Hendrik Callewier

In het spoor van kanunnik Joris van der Paele (1): een overval in het Zwarte Woud en de eerste Romereis (1388)

5-11

De bekende kanunnik Joris van der Paele, vereeuwigd in het bekende schilderij van Jan van Eyck, werd in 1388 het slachtoffer van een roofridder in Falkenstein (ten zuiden van Freiburg). Dat feit geeft inzicht op de reisweg die van der Paele volgde, een jaar nadat hij in Brugge kanunnik geworden was, toen hij naar Rome trok om er een carrière in de Curie aan te vatten.

Koenraad Vandenbussche

De enquête door de West-Vlaamse commissie voor geneeskunde over kinderarbeid en werkomstandigheden voor de arbeiders (1843)

12-33

In 1843 verspreidde de geneeskundige commissie van West-Vlaanderen in opdracht van de regering een vragenlijst bij plaatselijke medische commissies en artsen van de armen. De resultaten worden toegelicht waarbij per regio sterke verschillen worden opgemerkt: zowel in de wijze van onderzoek, als in de bezorgde antwoorden. Brugge, Kortrijk, Tielt, maar ook Passendale en Zwevezele passeren de revue, waarna de algemene aanbevelingen van de West-Vlaamse commissie toegelicht worden. Ze bleven evenwel dode letter tot decennia later pas een nationale regelgeving tot stand kwam.

Peter De Baets

Pieter Dacquet, doctor in de medicijnen te Veurne

34-36

De 16de-eeuwse medicus Pieter Dacquet uit Ieper studeerde te Leuven en wellicht te Grenoble, en wordt dan als medicus in Veurne vermeld. Hij schreef een aantal werken en dient vermoedelijk geïdentificeerd met de gelijknamige medicus die later in Londen actief was en er overleed in 1565.

Jos Monballyu

Het verschaffen van hulp aan de Duitse vijand tijdens de Eerste Wereldoorlog (1919-1925): de strafrechtelijke vervolging in West-Vlaanderen

37-44

Na de Wapenstilstand van de Eerste Wereldoorlog werden voor rechtbanken vervolgingen ingesteld tegen wie de Duitse bezetters hulp verleend zou hebben. Het Hof van Assisen van West-Vlaanderen behandelde 30 zaken, waarbij 40 burgers betrokken waren. Slechts van twee ervan zijn de strafdossiers bewaard. In volgende bijdragen komen de diverse vormen van hulpverlening aan de Duitse vijand aan bod.

Lieven Denewet

West-Vlaamse molens en molenaars in 2024

45-50

De auteur biedt een overzicht van het wedervaren van de molens in West-Vlaanderen in 2024. Het jammerlijk ontmantelen van de molen in Pollinkhove (Lo-Reninge) wordt aangehaald, maar ook de restauraties van molens in o.m. Heule, Aalbeke, Pittem, Gits en Gistel. Daarnaast wordt kort verslag gedaan van andere molenactiviteiten, zoals de Molendag, de molenaarscursus, de bekroning van ‘Actieve molens’ en de publicaties over molens.

Nieuwpoort bezit twee luiken van een triptiek met op de buitenzijde een bekende afbeelding van de haven. Het werk wordt toegeschreven aan Lanceloot Blondeel, maar die visie wordt hier afgewezen. De binnenluiken verbeelden het leven van de H. Antonius. Wellicht werden ze nog voor 1539 geschilderd in opdracht van de lokale wijnschroders (lastendragers en havenarbeiders).

Frans Debrabandere

57-63

Het West-Vlaams geniet een zekere faam binnen het Nederlands taalgebied. Op basis van talrijke voorbeelden wordt nagegaan in hoeverre het West-Vlaamse afwijkt van het standaard-Nederlands, en dan blijkt het West-Vlaams taalkundig best mee te vallen in vergelijking met veel andere Vlaamse uitdrukkingen of zegswijzen.

Pieter Donche

Dood door lange afwezigheid zonder teken van leven

64-67

In de Nieuwe Tijd betekende een lange afwezigheid zonder teken van leven niet dat iemand als dood beschouwd werd. Aan de hand van voorbeelden bij de families Stevin en Donche blijkt dat zelfs na enkele decennia een afwezigheid niet als ‘overleden’ opgevat werd.

Johan Boelaert

Lodewijk Heyligen waarschuwde vanuit Avignon het Brugse Sint-Donaaskapittel voor de pest: een medisch-historische interpretatie

68-78

In 1348 stuurde Lodewijk Heyligen de bekende brief naar Brugge ter waarschuwing tegen de opkomende pest. Het artikel focust op de persoon Heyligen, die cantor aan het pauselijke hof van Avignon was en prebenden in Brugge, Kortrijk en Douai verwierf, en op zijn brief die een accurate beschrijving van de ziekteverschijnselen bevat.

Alexander Soetaert

Nieuwe gegevens over de Brugse drukker Pieter Soetaert

79-82

In Brugge nam de boekdrukkunst in de vroege 17de eeuw een nieuwe start met Pieter Soetaert. Hij lijkt net voor de eeuwwisseling in Luik actief geweest te zijn en hij had er banden met de uitgever Jean Voes. In Gent huwde hij Catharina de Fort, waarna hij zich in Brugge vestigde. Deze voorgeschiedenis was tot nu geheel onbekend.

Pieter Donche

Keurbroeders en vrijlaten: over hoe de poorterijadministratie omgaat met grensgevallen

83-93

Op basis van schijnbare tegenspraken in uitgegeven poortersboeken over o.m. een koppel Fraeys-Donche wordt nagegaan hoe dat statuut in de 17de eeuw precies verkregen werd. Daarbij blijkt dat het poorterschap vooral een persoonlijk statuut was, dat niet noodzakelijk voor heel het gezin gold.

Jean Luc Meulemeester

Constant Permeke en Brugge

94-96

Tussen kunstenaar Constant Permeke en Brugge lijken er nauwelijks linken te bestaan. Toch blijkt dat hij met de Reiestad wel van doen had, door zijn huwelijk (1912) met Maria Delaere uit die stad.

Peter De Baets

Het geboortejaar van de Brugse schilder Dominicus Nollet

97-99

Schilder Dominicus Nollet werd in 1687 lid van het Brugse ambacht. Volgen biografieën was hij toen 47 jaar oud, maar hij blijkt geboren te zijn in Brugge in 1659. Al zijn daarmee niet alle raadselen rond zijn leven en huwelijken opgelost.

Koenraad Vandenbussche

West-Vlaamse ooggetuigen over de inname van Luik in 1467

100-103

In 1467 nam hertog Karel de Stoute het opstandige Luik in. De bodes van Veurne en Nieuwpoort, Ghiselin en vanden Dyke, brachten hierover een persoonlijk verslag uit, dat uit registers van het Brugse Vrije weergegeven wordt.

Géry E. Cappon

Protestanten in Zerkegem in de achttiende eeuw

104-107

In 1788 escaleerde een conflict tussen pastoor Oudoore van Zerkegem en zijn parochiaan Matthijs Pharasyn, die herhaaldelijk de liturgische diensten verstoorde. Uit de reconstructie blijkt dat er toen in de kleine parochie nog enkele protestantsgezinden woonden.

Pieter Donche

Een houten portretmedaillon van Cornelis de Schepper uit 1529

108-111

Van de bijzonder actieve diplomaat Cornelis de Schepper wordt een tot nu onbekend houten medaillon in Parijs gesignaleerd en nader gedateerd in 1528-1529.

Mengelmaren

Burgerwacht in Gistel (Fré Vanhooren) 50. – Als menig man wist … (Peter De Baets) 112-113. – Calonne-Caloen (Familievereniging van Caloen) 113. – De armoede van de Bekegemnaars (Koenraad Vandenbussche) 113-114- Guido Gezelle en Adof Duclos (Els Depuydt) 115-117. – Het vastnagelen van het oor (Peter De Baets) 117-118. – Nog over vilonije in schuttersgilden (Koenraad Vandenbussche) 121-122.

Beantwoorde vragen

Dood door lange afwezigheid zonder teken van leven (Pieter Donche) 64-67. – Joost Plumyoen (1692-1757) (Koenraad Vandenbussche) 118-120.

In memoriam

Lucien Van Acker (1928-2025) (B.) 122. – Christian Devyt (1927-2025) (B.) 123.

Kleine verscheidenheden uit Vlaamse bronnen

Schoteling. – Aanbuurtigheid. – Also verre als hax ende haumes ghelopen. – Borellezondag. (Peter De Baets en Jan Van Acker) 124-125.

Vraagwinkel

Voorloper van de fonograaf. – Geluveld of Gheevelde. – Saladin in Brugge. – Verloren of gestolen zegelring. – De familie Delafontaine en Harelbeke. – Spaanse Bruggelingen en Sint-Omaars. – Lombarden in Langemark. – Filmvertoningen op het platteland. – Een pluimveemarkt bij het middeleeuwse Prinsenhof in Brugge? – 126-127.