Tag Archives: Rond den heerd

Stichting

De stichting van Biekorf zou gebeurd zijn op “een voorjaaravond in 1889” op de kamer van priester-leraar Edward van Robays (°1855-+1906) in het Brugse Sint-Lodewijkscollege. Daar waren veelal leden van de “Biehalle” aanwezig, waaronder Emiel Demonie (°1846-+1890), August Van Speybrouck (°1843-+1922),Jan Craeynest (°1858-+1929) en nog anderen. Voor het nieuw tijdschrift hadden ze steun gekregen van Gezelle, die de titel Biekorf voorstelde. Jean Bethune tekende het logo met de bijenkorf.

De aankondiging voor het tijdschrift “Biekorf” werd verstuurd op 10 mei 1889. In deze aankondiging vermeldde men enkele “stichters”, in werkelijkheid ging het om gereputeerde namen die het tijdschrift van bij de lancering wilden ondersteunen: Guido Gezelle, Juliaan Claerhout (°1859-+1929), Karel de Gheldere (°1839-+1913), Emiel Lauwers, Hendrik Persyn (°1857-+1933), Eugene Van Steenkiste (°1841-+1914), Hugo
Verriest
, Edward Van Robays, Alfons Janssens en August Cuppens.

Heel wat meewerkende auteurs uit de beginjaren waren lid geweest van het flamingant genootschap “Swighenden Eede” of waren intens betrokken geweest bij de redactie van de “Vlaamsche Vlagge”.
Het tijdschrift kreeg al onmiddellijk een tegenslag te verwerken: redactievoorzitter Emiel Demonie overleed in de loop van de eerste jaargang. Een andere stichter, Edward Van Robays, werd jezuïet en vertrok naar de missies in Indië. Het bestuur van Biekorf was alleszins in handen van een opstelraad of berek, maar de exacte samenstelling is tot nu onduidelijk: er bestaat nauwelijks archief over Biekorf en het berek bleef in de beginjaren grotendeels anoniem. Alleszins was de Brugse apotheker Adolf De Wolf (°1844-+1922) secretaris en penningmeester. Andere berek-leden waren Alfons Dassonville (°1860-+1936) Juliaan Claerhout en Cyriel Delaere (°1861-+1917).

In het begin was Biekorf een leesblad gericht op taal: gedichten, toneel, vertalingen, taalkunde en toponymie. Na het teloorgaan van “Loquela” (1881-1895), het taalkundig maandblad van Guido Gezelle, konden zijn “zanters” (woordenverzamelaars) terecht bij Biekorf. Ook wetenschappelijke en zelfs medische bijdragen werden niet uit de weg gegaan vanuit de stelling dat elk onderwerp in het Vlaams kon beschreven worden. Evenwel zou Biekorf nooit de weg van de politieke actie opgaan. Dit was volledig in de lijn van Gezelle, die jarenlang tot zijn overlijden zou meewerken. Gezelle streefde naar een herwording van Vlaanderen door bewustmaking van het eigen verleden en van de eigen waarde.

wil u terug naar de pagina geschiedenis, klik dan hier

Rond den Heerd

Guido Gezelle wou omstreeks 1860 een contactblad voor leraren oprichten. Al gauw verruimde hij het opzet: het zou een blad worden voor een breder publiek met daarin ook godsdienstige, historische, folkloristische en literaire onderwerpen “met breeder keus van stoffe”.
Vanaf 1865 verscheen het tijdschrift onder de naam “Rond den Heerd”. Guido Gezelle bracht het op de markt in samenwerking met de Engelse kunsthistoricus W. H. James Weale. Maar Weale verdween een jaar later uit de redactie en Gezelle stond er vanaf mei 1866 alleen voor. Na enkele jaren werd het hem te veel: hij had ook nog zijn pastorale taken, en hij was actief voor katholieke dagbladen. In 1870 gaf hij de leiding van “Rond den Heerd” uit handen aan het viertal Ernest Rembry (1835-1907),
Karel Callebert (°1837-+1900), Leopold Slosse (°1842-+1920) en Adolf Duclos (°1841-+1925).
Duclos had blijkbaar een eigenzinnig karakter en nam alleen de leiding over eind 1871. Het volgend jaar stichtte hij nog een bijblad: het “Archiven-boek”, bestemd “voor geleerde Vlamingen”.

Duclos ondervond spoedig dat hij toch een bredere opstelraad nodig had: in 1874 werd daartoe het “gilde van Sinte-Luutgarde” gesticht. Dit bleef actief tot in 1878, maar kwijnde weg en verdween uiteindelijk in 1883, vooral door de houding van Duclos.

De ideeën van het gilde bleven voortsluimeren.
Gezelle schoot begin 1887 in actie met de stichting van de “Dietsche Biehalle”.
De leden engageerden zich “in het navorschen, het handhaven en het gebruiken van al de rechten onzer Dietsche volkstale”. De meeste leden verlangden een eigen tijdschrift op te starten, maar Gezelle aarzelde: hij wou “Rond den Heerd” een laatste kans geven, zij het door Duclos te laten opstappen en hem erevoorzitter te maken. Duclos weigerde deze oplossing: “Rond den Heerd” begon in 1890 aan zijn beruchte 25e en laatste jaargang met afleveringen die zeer onregelmatig zouden verschijnen tot in 1902…

wil u terug naar de pagina geschiedenis, klik dan hier